Concepten
Een concept is niets anders dan een methodiek, een recept dat ons vertelt welke handelingen we moeten uitvoeren om ons doel te bereiken.
De Romeinen kenden een concept, SPQR. Senatus Populusque Romanus (De senaat en het volk van Rome). Een koninkrijk, een democratie, een dictatuur en de laatste eeuwen een keizerrijk. In politieke zin maakte het niet uit, SPQR bleef het concept. Wat was dat concept?
Wel verovering, geen plundering. Ze veroverden, ze bemoeiden zich niet met religie of cultuur en ze brachten orde en infrastructuur in plaats van roof en onderdrukking. Daardoor konden veiligheid en handel zich ontwikkelen. De overwonnenen moesten tributum betalen en kregen daarvoor veiligheid en structuur terug. Het concept werkte eeuwenlang. In feite hadden we in die tijd een EU. Religie, patriciërschap (aristocratie) en decadentie maakten een einde aan het concept. Een belangrijke reden waarom het niet wil vlotten met de ontwikkeling van de tegenwoordige EU is dat we veel over visie en leiderschap praten maar een concept missen.
Een goed concept vormt de basis voor succes. Enkele voorbeelden:
Sport:
Catenaccio (grendel) was een succesvol concept in het Italiaanse voetbal.
Totaalvoetbal was het Nederlandse antwoord (1974)
Bij volleybal kennen we het Bankrasmodel dat leidde tot de wereldtop
Bedrijf:
Alle supermarkten op een kruispunt (Walmart)
Zoveel mogelijk rechtsaf slaan bij routeplanning
Eerst mensen, dan doelstellingen
Het bewezen succes van de bovengenoemde concepten kent twee oorzaken.
1. Ze zijn helder en goed aan te passen
2. De mensen die het concept hanteren, staan er achter en stralen dat uit
Ook in onze hoofden kunnen we concepten bouwen, beheersen en aanpassen. Je kunt dan sleutelen aan een concept dat zorgt voor een goede ontwikkeling van de elementen die jou aanspreken. Iemand kan zeer intelligent zijn, als hij of zij niet nieuwsgierig is zal veel intelligentie latent aanwezig blijven. Naast de kennis die je hebt over je voorkeuren moet je ook iets weten over de wijze waarop je denkt en redeneert. Er zij twee vormen van denken en redeneren.
Inductief: Verschillende elementen waarnemen en proberen te combineren tot iets wezenlijks (een daad, een verschijnsel, een voorwerp, etc.)
Deductief: Een daad, verschijnsel, etc. uiteen laten vallen in afzonderlijke elementen en onderzoeken of die elementen voldoen aan de wetten die het verschijnsel kent. (denk aan Einstein en zijn relativiteitswet).
Afhankelijk van de aard van de info die we krijgen, hanteren we een van de twee denk- en redeneermanieren. Juist met de overmaat van info wil het daar nog wel eens spaak lopen. We raken dan in de war en piekeren kan het gevolg zijn. Er is niets verkeerd aan piekeren, maar als we geen structuur in onze gedachten brengen komen we er niet meer uit en wordt piekeren belastend omdat we onze gedachten niet meer beheersen. Realiseer je altijd wanneer je deductief of inductief redeneert. Het helpt je enorm, zelfs om je emoties te beheersen. Probeer in je omgeving de denk en redeneer vormen aan een type te koppelen. Iemand die graag in processen denkt zal ook graag inductief redeneren. Valkuil is dat zo’n persoon niet tot een tastbaar resultaat komt. Iemand die in resultaten denkt zal een voorkeur hebben voor deductief redeneren. Daar kan de valkuil zijn dat de persoon te lang vast blijft houden aan een uitgangspunt omdat hij/zij daar al veel andere zaken op heeft gebaseerd en zijn / haar imago aan heeft verbonden. Met wat je nu weet kun je al aan de slag. Zet de dingen op een rijtje en bepaal wat inductief en wat deductief is. Daarna kun je pas verder denken en redeneren. Bouw een concept en je zult zien dat je meer inzicht krijgt en minder energie kwijtraakt aan gepieker.
Een grote tegenstrijdigheid als voorbeeld:
Inductie:
De tweede kamer. Steeds meer partijen, steeds meer tijdverlies met besluitvormingsprocessen. Steeds meer reactief gedrag, men krijgt het onderling steeds drukker en de media zien daar brood in. Veel aandacht van de pers, veel halve zaken en steeds meer verdeling in de kamer. Debatten op basis van wat de media melden, imagoschade, politiek binnen politiek.
Deductie:
Een Europese unie, eenheid, integratie tussen de bevolking.
Ook Nederlandse politici roepen op tot integratie. In hun eigen eerste en tweede kamer gebeurt het tegenovergestelde. Verspil daarom niet teveel energie aan de overmaat van informatie, meningen en debatten. Veel vraagstukken zijn totaal niet relevant zolang het deductieve model niet in overeenstemming is met de inductieve elementen. Wij praten veel teveel over de elementen zonder op het geheel te letten. Duitsland is een ook democratie. De verdeeldheid in het bestuur is echter minder groot. Daardoor kunnen oppositie en regering samenwerken. Voorbeeld: “In 2020 moeten alle kerncentrales dicht zijn”. Geen standpunt van een partij maar een gemeenschappelijke visie (deductief) die op dit moment al ongehoord veel actie en werkgelegenheid oplevert (inductieve processen die de visie gestalte moeten geven).
Door op deze wijze te denken en redeneren kan ieder persoon zijn of haar vraagstukken analyseren, proportioneren en zich verder ontwikkelen. Nieuwsgierigheid kan men opwekken en ontwikkelen door te trainen. Moet je daarvoor een cursus volgen? Een kwestie van opleiding? Nee, het begint met waarnemen, lezen en denken. Train jezelf door te luisteren en lezen. Lees niet van incident naar incident. Probeer de losse delen aan elkaar te knopen met je persoonlijke voorkeuren, inductie en deductie. De koppelingen zullen tot concepten leiden. Die zorgen ervoor dat je veel kennis en inzicht kunt plaatsen en reproduceren. Je zult merken dat het ene proces het andere op gang zal brengen, een wezenlijk onderdeel van creativiteit en “worden” in plaats van “zijn”.
De geschiedenis herhaalt zich niet, de concepten wel!
Waarom?
Omdat inductieve elementen als hebzucht, machtshonger en angst tijdloos zijn en door de eeuwen heen altijd weer opborrelen. Achter deze drie elementen hangen gevolgen zoals armoede, onwetendheid en corruptie. Als gevolg daarvan ontstaat oorlog en geweld. Door terug te redeneren kunnen we een universele oplossing vinden. Kennis en inzicht zorgen voor zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen laten hebzucht, machtshonger en angst afnemen. Kortom, wereldwijde opleiding van mensen zal leiden tot minder geweld. Het gaat helemaal niet om religie of politiek. Onwetende mannen die geen hoop en trots hebben maar wel een geweer, worden gevaarlijk als iemand ze een motief aanreikt om dat geweer te gebruiken. Het maakt niet uit of die mannen uit het Midden-Oosten Afrika of Rusland komen.